Microbial air samplers

Er zijn veel soorten microbiële luchtmonsternemers. De meest gebruikte is de microbiële luchtmonsternemer gebaseerd op de impactmethode op een agarplaat (ook bekend als impactor).
Dit type monsternemer heeft 2 hoofdonderdelen: een luchtpomp en een kopstuk. Het kopstuk bevat een agarplaat. De luchtpomp trekt de lucht door een geperforeerd deksel in het kopstuk. De lucht maakt dan een korte draai boven de agarplaat. Door de centrifugale kracht komen de deeltjes in de lucht in contact met het agaroppervlak en blijven ze plakken. Micro-organismen verplaatsen zich altijd op stof- of aerosoldeeltjes. Ze verplaatsen zich zelden alleen. Door de agarplaat na de bemonstering te incuberen, zullen de micro-organismen zich vermenigvuldigen. Na een bepaalde incubatietijd zijn de clusters van bacteriën zichtbaar op de plaat en kunnen de zogenaamde kolonievormende eenheden worden geteld. Op basis van het volume van de bemonsterde lucht kun je dan het aantal kolonievormende eenheden berekenen dat per volume lucht aanwezig is. Deze methode wordt het meest gebruikt voor de zogenaamde 'active air sampling' of 'viable particle monitoring'.

Bekijk producten


Wat zijn de voordelen van een microbiële luchtmonsternemer door impact op agar?

Deze methode heeft een groot voordeel wanneer je routinematige microbiële kwaliteitscontrole van de lucht uitvoert. De meest gebruikte parameters hiervoor zijn het totaal aantal levensvatbare organismen en het totaal aantal gisten en schimmels. Meestal heb je een idee van het aantal kolonievormende eenheden in de lucht en wil je alleen kweekbare micro-organismen meten. Met de microbial air sampler door impact op agar heb je een zeer snelle, gemakkelijke en goedkope methode om de luchtkwaliteit te controleren. Je monstert direct op de plaat, incubeert en telt. Culturen is de eenvoudigste en goedkoopste detectiemethode. Het wordt veel gebruikt in verschillende industrieën en richtlijnen.

Wat zegt Bijlage 1 van de GMP van de EU over luchtmonitoring?

De EU GMP Annex 1 is een richtlijn voor steriele productie (in farmaceutische en biotechnologische productieomgevingen). De EU GMP Annex 1 heeft een sectie die gaat over 'Levensvatbare en niet-levensvatbare omgevings- en procesmonitoring'. Luchtmonitoring is een belangrijk onderdeel van dit hoofdstuk. De richtlijn spreekt over 3 soorten luchtmonitoring:
Passieve bemonstering van levensvatbare deeltjes/ bezinkplaten: dit is een simulatie van wat er in werkelijkheid gebeurt. Je opent de agarplaat voor maximaal 4 uur, je sluit hem, incubeert hem en aan het eind kun je de kolonies tellen.
Volumetrische luchtbemonstering / actieve luchtbemonstering van levensvatbare deeltjes: dit wordt meestal gedaan met een impactor/microbiële luchtmonsternemer. Je bemonstert maximaal 1000L per plaat met 100l/min in een cleanroomomgeving. Als je continue monitoring toepast volgens de nieuwe GMP Annex 1 met bijvoorbeeld 25l/min, zijn grotere volumes per plaat mogelijk. Daarna incubeer je de plaat en tel je de kolonies. Dit geeft je exacte gegevens over het aantal levensvatbare deeltjes per luchtvolume.
Monitoring van niet-levensvatbare deeltjes: voor dit onderdeel meet je het aantal stofdeeltjes van <0,5 µm en <5µm met behulp van een luchtmonstername-instrument (vaak deeltjestellers genoemd).
Voor alle 3 bovengenoemde soorten luchtmonitoring definieert de EU GMP Annex 1 bepaalde drempelwaarden voor de verschillende cleanroom grades: grade A, B, C en D. Ook de frequentie van de monstername is afhankelijk van de cleanroom grade. Voor zones van klasse A moeten de microbiële luchtmonsters in roestvrij staal worden genomen en worden vaak satellietmonsternemers of sondes gebruikt.

Meer informatie

Our products

Related product categories